De kamers zijn uitgerust met vast meubilair. De standaarduitrusting van elke kamer bestaat uit onder meer een kamer- en ladesleutel, een elektrisch bed met matras, hoofdkussen en dekbed, een nachtkast, een tafel met twee stoelen en een zetel. Deze voorwerpen zijn eigendom van het woonzorgcentrum.
De exacte uitrusting van de kamer wordt genoteerd in de inventaris bij de opname in het woonzorgcentrum. Afwijkingen hiervan worden dan ook opgenomen.
De kamer kan worden gepersonaliseerd met foto’s, persoonlijke decoratie, kaders, tafelkleedjes, ... Kamerplanten kunnen ook meegebracht worden. Er is een ophangrail aan de muur voor kaders, schilderijen of andere zaken. Nagels, vijzen en duimspijkers mogen niet worden gebruikt. Een zetel of een klein meubeltje kan meegebracht worden. Alles verloopt steeds in overleg en samenspraak.
Wanneer een bewoner in een kamer komt wonen, is verhuizen binnen het woonzorgcentrum naar een andere woonafdeling of kamer in principe niet mogelijk.

